'Genetische aanleg Surinamers voor topvoetbal'

Surinamers hebben een genetische aanleg om bij de wereldtop van het voetbal te zitten. Dat is een van de conclusies van een wetenschappelijk...

Surinamers hebben een genetische aanleg om bij de wereldtop van het voetbal te zitten. Dat is een van de conclusies van een wetenschappelijk werkboek dat het Instituut Nationale Sportselecties (INS) heeft uitgebracht. John Lieveld, projectmanager bij het INS, heeft landelijk de ontwikkeling van jongens tussen de 12 en 17 jaar onderzocht.

Het boek is Surinaams georiënteerd en gerelateerd aan internationale ontwikkelingen. In zijn onderzoek heeft Lieveld ook de jongens van Surinaamse origine die in Nederland voetballen, meegenomen.

Hieruit blijkt dat zij te midden van een populatie van miljoenen het vrij goed doen en op het hoogste niveau presteren. "Het komt zo vaak voor dat zo'n jongen de top bereikt, waardoor je niet meer kan spreken van toeval. In vergelijking met deze jongens zouden theoretisch en statistisch gezien ook veel meer jongens in Suriname de top moeten kunnen halen."

Hoe het komt dat deze jongens het vrij goed doen? Lieveld komt tot de conclusie dat Surinamers een genetische aanleg hebben om te voetballen op wereldniveau. "De erfelijke factoren die de Surinamer bezit, zoals snelheid en explosiviteit, zijn bepalend."

"We hebben talenten die de top kunnen bereiken. We kennen echter niet de juiste weg om die talenten te ontwikkelen", zegt Lieveld. Dat de U-23 selectie met 9-1 verliest en dat de U-15 selectie niet met gemak kan winnen van een Martinique en Frans-Guyana, gaat zijn verstand te boven. Volgens hem schort er veel aan de begeleiding.

Ook het feit dat de Surinaamse Voetbalbond (SVB) nu met een 'kweekvijverbeleid' bezig is van U-20 tot U-23, voldoet niet aan de vereisten om op topniveau mee te kunnen strijden. "De opbouw moet van jongs af aan gebeuren. Wij hebben van nature door de genetische aanleg al een voorsprong", zegt hij.

Spelers die de wereldtop hebben bereikt, zoals een Messi, Ronaldo en Neymar, waren al rond hun 15de heel goed op weg. Dit doordat zij een goede basis vooraf hadden. Daarom kraakt hij het kweekvijverbeleid af. "De basis om topsportprestatie te leveren, wordt gelegd tussen de 6 en 15 jaar."

Als 15-jarige moet je volgens Lieveld al als volwaardige wereldtopper kunnen worden beschouwd. In de leeftijdsklasse 8-9 jaar zijn er eigenschappen in ontwikkeling die hard nodig zijn voor de top en die later moeilijker zijn bij te brengen. De genetische potentie van 100 procent is bij een slechte begeleiding na de 15 moeilijk meer te halen.

Het kweekvijverbeleid van de SVB behoeft volgens Lieveld een wetenschappelijke aanpak. Het is op jonge leeftijd beter om te werken aan de ontwikkeling van het talent dan wedstrijdprestatiegericht te werken. In het verlengde van het onderzoek, om slechts een idee te geven wat hij tracht te bewijzen, neemt Lieveld atletiek als voorbeeld.

De meeste topatleten, vooral op de sprintnummers, komen uit het Caribische gebied. Dit terwijl het aantal mensen in dit gebied veel lager is dan in andere delen van de wereld. De verklaring voert terug naar de slavengeschiedenis waar de sterkste slaven werden gekocht en steeds de sterksten van de sterksten het door natuurlijke selectie hebben overleefd.

"We gaan elke weg moeten bewandelen en alle faciliteiten creëren om de kennis uit het onderzoek te gebruiken ter ontwikkeling van het talent", zegt Lieveld. "Het zal niet binnen een jaar gebeuren, maar binnen vijf tot zes jaar moeten we in staat zijn Surinaamse jongens te leveren voor de wereldtop. Met een goed beleid moet dat lukken."

"Natuurlijk hebben veranderde leefsituaties van de jongens in vergelijking met vroeger ook een rol gespeeld. De jongens gaan mee met de veranderingen in de omgeving, wat ook in de verdere ontwikkeling te merken is. Als de faciliteiten, zoals voeding, huiselijke omstandigheden, accommodatie en begeleiding, minder gunstig zijn, zullen topprestaties steeds uitblijven."