De sociaal-maatschappelijke positie van de voetbalinternationals in ontwikkeling krijgt weinig diepgang. Zaken gebeuren nog teveel ad hoc of...
De sociaal-maatschappelijke positie van de voetbalinternationals in ontwikkeling krijgt weinig diepgang. Zaken gebeuren nog teveel ad hoc of zijn afhankelijk van goodwill. Met teammanager Lothar Kisoor wordt een kijkje genomen in het wereldje van de voetballers in Suriname. De vraag is of alle mogelijkheden al zijn benut om het maximale uit de Surinaamse situatie te halen en of de condities daartoe aanwezig zijn.
In de keuken van de sociaal-maatschappelijke begeleiding bij de Surinaamse Voetbalbond (SVB) wordt een tipje gelicht van de sluier over de aandacht die dit beleidsonderdeel krijgt. Er bestaat volgens Kisoor geen speciale begeleidingscommissie. “Ik ben teambegeleider van de A-selectie (foto) en als zodanig val ik onder de technische staf.”
Kisoor slaat een brug tussen spelers en trainers en één tussen trainers en de SVB-leiding. In zijn functie begeleidt hij processen die de handel en wandel van spelers bewaakt.
Persoonsgegevens van de geselecteerde spelers worden vastgelegd en verwerkt in de computer. Hun school-, werk- en gezinssituatie en de loop van hun voetbalgeschiedenis wordt in beeld gebracht. Daarna volgt een gesprek met de jongens om een beter inzicht te krijgen in hun achtergronden op verschillende gebieden.
Kisoor: “Als teambegeleider ben ik een soort tweede vader. Ik leg ook schoolbezoekjes af. Een speler kreeg recentelijk van de schoolleiding geen toestemming naar het buitenland te vertrekken. Achteraf bleek dat hij de school niet regelmatig bezoekt. Een 21-jarige speler zei onlangs tegen me dat hij vader is geworden. Hij is werkloos, maar zijn vriendin heeft hem opgevangen. Ze heeft een goede baan en een auto. Dat is nog niet alles, want wanneer je de thuissituatie ga bekijken, kom je tot de meest schokkende leef- en woonomstandigheden.”
Het algemeen beeld is dat de zaken die hij thuis aantreft bij sommige spelers dermate om een ingrijpende oplossing vragen dat het aan te bevelen is een psycholoog toe te voegen aan het nationaal team. “Sommige kwesties liggen in de privésfeer zo diep én gevoelig dat ik de privacy wil bewaren en er niet over wil praten.”
Een aantal geselecteerde voetballers is volgens hem bloedserieus als het om trainingsbezoek gaat. “Ze hebben het trainingsgeld hard nodig. Ze komen uit grote gezinnen, van wie de ouders op het geld wachten om bij te passen in de verzorging.”
De betaling vindt plaats op de laatste dag van de maand. “Sommige ouders hebben het geld dringend nodig en komen persoonlijk bij mij ontvangen. Een enkele keer werd een voorschot gegeven, omdat de stroomtoevoer van EBS was afgesloten. Het afsluitingsbriefje werd getoond. Aangezien die speler de trainingen trouw bezoekt, heb ik uit eigen zak een voorschot gegeven.”
Gemiddeld ontvangt een international onder normale omstandigheden meer dan 200 Surinaamse dollar per maand. Met premiegeld (bij een belangrijke wedstrijd of één van beslissende aard) kan hij 350 Surinaamse dollar opstrijken. Buitenlandse trips leveren de jongens 25 US dollar per dag op.
De gemiddelde leeftijd van het team ligt tussen 19 en 22 jaar. Het huidige bestand bij de nationale A-seniorenvoetbalselectie van 24 spelers is tien studenten, tien werkloze jongeren en vier die emplooi hebben. De meeste spelers zitten op de Lagere Technische School, een enkeling op Natin, terwijl één voetballer het schakeljaar doet op de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Onder de werkloze jongens zijn er vroege schoolverlaters, laag opgeleiden tot de lagere school zonder een diploma. Een vaste baan vinden ze niet. “Het is niet mijn taak werk te zoeken voor de jongens, maar als mens probeer ik wel te bemiddelen dat ze aan een baan komen.”
Kisoor loopt al vier jaar mee, maar heeft niet meegemaakt dat spelers die geselecteerd worden een strenge medische keuring ondergaan. “Er is vaak intern over gesproken, maar een echte medische keuring is duur.” Ook op een goede en gezonde voeding heeft de technische leiding geen invloed. “Sommige jongens komen met een hongerige maag op de training. We helpen dan waar we kunnen.”
Lucie Mercuur is medicus en doet veel voor de bond. Ze springt medisch bij en bemiddelt bij het krijgen van een dokterskaart voor de spelers.
Kisoor benadrukt dat de opvoeding thuis begint thuis en dat de voetballers daarna worden opgevangen door hun club. “Ik denk dat in de eerste plaats voor thuis en de club een belangrijke taak is weggelegd, omdat de spelers daar het grootste deel van hun tijd doorbrengen.”
Wij hebben de Suriprofs nodig!!!! SPORTPASPPOORT, waar ben je??????????????????????/
BeantwoordenVerwijderenDit is zo in en intriest; daar zijn geen woorden voor.
BeantwoordenVerwijderenAls je dit soort tragedies hoort, kan niemand nog beweren dat dit soort jongens topsportpretaties kunnen neerzetten tegen professionals die alleen met voetbal (hun werk) bezig zijn.
Het is deze jongens totaal niet kwalijk te nemen, maar daarom is het nog belangrijker dat het sportpaspoort er komt, waardoor er resultaten neergezet worden en deze jongens er uiteindelijk ook wat aan over kunnen houden.
Ze worden alleen al beter door met de Suriprofs mee te kunnen trainen.
Door prestaties willen mensen met geld er ook bijhoren. Daardoor kan je sneller sponsors aantrekken; hoe beter de prestaties hoe betere sponsordeals er afgesloten kunnen worden.
Daardoor kan je ook deze jongens een baan bij bijvoorbeeld sponsors bezorgen, waardoor ze zich meer op het voetballen kunnen richten.
Betere voeding, betere begeleiding, beter niveau en uiteindelijk betere prestaties.
Klinkt simpel he; jaaaaaaaaaaaaaaaaaa
HET IS HEEL SIMPEL.
Ben ik nou zo slim of zijn er alleen maar ebbes bij de SVB, de regering en de DNA.
Er is niets dat een land zo snel op de wereldkaart zet als prestaties in het land van Koning VOETBAL.