Geen sportregeling in Wet PSA, wel draagvlak

Gisteren is de Wet Personen van Surinaamse Afkomst aangenomen in De Nationale Assemblee (DNA). Deze wet regelt de status van personen in de...

Gisteren is de Wet Personen van Surinaamse Afkomst aangenomen in De Nationale Assemblee (DNA). Deze wet regelt de status van personen in de Surinaamse diaspora. De initiatiefnemers van de wet hadden de mogelijkheid om een nationaliteitsregeling op te nemen in deze wet, maar dit onderwerp is buiten de strekking van de wet geplaatst. Diverse parlementariers hadden eerder voorgesteld om o.a. topsporters in diaspora te faciliteren, zodat zij de nationale sportselecties van Suriname kunnen versterken. Om dit te bewerkstelligen is de Surinaamse nationaliteit vereist.

Tijdens de vergadering van afgelopen donderdag werd over het sportaspect gediscussieerd. De discussie begon met een vraag van Patrick Kensenhuis (NPS/NF) die in de eerste vergaderronde het voorstel deed. "Ik dacht dat we wat ondersteuning hadden voor dat voorstel. Ik heb een concreet antwoord gemist op dat voorstel. Het gaat om de PSA-wet in relatie tot de sportsector. Waar we dachten aan een eventuele opname van een nationaliteitsartikel, waardoor sporttalenten in het buitenland van Surinaamse komaf ook de gelegenheid zouden kunnen krijgen om voor onze nationale selecties uit te komen, indien ze niet voor een ander land zijn uitgekomen."

Initiatiefnemer Andre Misiekaba (NDP/MC) beantwoorde de vragen van de DNA-leden over de wet, zo ook die van Kensenhuis. "De kwestie van nationaliteit wordt steeds besproken, maar deze wet handeld niet over nationaliteit. We hebben een andere wet over nationaliteit", waarmee hij de scope van de ontwerpwet afbakende, waarna hij verder in ging op de sport. "Wanneer we praten over sport, sportontwikkeling en de bijdrage die de diaspora sportgemeenschap zou kunnen leveren aan onze sportontwikkeling is mijn visie als volgt. We moeten eerst hier een goed en duidelijk sportbeleid neerzetten. Voor alle sporten, zeker voor de voetballerij, moeten we werken naar een goed Surinaams team. En van daaruit kan je dan gaan kijken om aan te vullen."

Vervolgens greep Misiekaba terug naar zijn uitspraak in een eerdere vergadering over de ontwerpwet. "Wanneer ik praat over diaspora en broeders en zusters buiten. Dan kan het nooit zo zijn dat de ontwikkeling wordt geïnitieerd vanuit die mensen en die groep. De ontwikkeling moet worden geïnitieerd vanuit de mensen die hier zijn en van daaruit kijk je wat je nodig hebt op het gebied van sport of deskundigheid. In tweede instantie ga je dus kijken welke bijdrage die van daaruit kan komen." De NDP'er voegt wel toe dat het een hele goede en sterke bijdrage kan zijn, 'maar laten we eerst goed ons fundament regelen vanuit de menselijke resources die we hier hebben en van daaruit verder kijken waar we kunnen aanvullen.'

Interrupties
Fractieleider Ricardo Panka (NDP/MC) reageerde als eerste op het betoog van zijn partijgenoot. "We hebben niet de dubbele nationaliteit in behandeling wat we graag zouden willen hebben met betrekking tot de verdere ontwikkeling van onze sport en de mogelijkheid om buitenlanders te hebben om Suriname verder op een hoger niveau te kunnen brengen." Panka ging verder in op de uitspraak van Misiekaba dat er geen sportbeleid is. "Bij de inauguratie van de nieuwe regering en de president is er een Ministerie van Sport- en Jeugdzaken ingesteld. Dus deze regering heeft de eerste stappen gezet om beleid op een veel hoger niveau te brengen. Er is wel beleid, want er is een moederorganisatie op het gebied van voetbal."

Guno Castelen (SPA/NF) borduurde verder op het verhaal van Panka. "Los van het vraagstuk wel of geen beleid. Het lid Misiekaba heeft verwezen naar een aantal collega's met betrekking tot het standpunt dat hij heeft met betrekking tot het wel of niet gebruiken van mensen van Surinaaamse afkomst bij het verder tillen van onze sport. We hebben dit standpunt eerder gehoord en staan er niet helemaal achter. We zijn wel eens dat we het beleid in ons land moeten gaan ontwikkelen. Maar we vinden dat, terwijl we dat doen, we ook gebruik kunnen maken van krachten uit het buitenland, als dat toch via FIFA-regels mogelijk is en andere landen dat ook doen. Waarom zou je daar geen gebruik van maken? Dus terwijl je beleid ontwikkeld, tegelijkertijd ook andere mogelijkheden en bronnen bekijkt."

Melvin Bouva (NDP/MC) sloot zich aan bij de argumentatie van Castelen. "In de drang die we hebben om de sport hogerop te tillen, moeten we kijken naar ondersteuning, samenwerking en elke vorm van wederzijds voordeel ten aanzien van ons kader dat daar zit en overvloeit. Als wij nu zien dat er een Ministerie van Sport in het leven is geroepen, moeten wij serieus bezig zijn het sportbeleid vorm te geven met de begroting die we hebben en in elk geval een visionaire richting opgaan. Ik ben het niet eens met dat we eerst hier alles pico bello moeten hebben. Ik zit dan op één lijn met collega Castelen dat we met de inspanning die we intern plegen, ruimte open laten om onze mensen aan te trekken om ons daarin te ondersteunen. In dat kader vraag ik om er naar te kijken. Het is misschien een kwestie van dubbele nationaliteit, maar met de positie van PSA kunnen we er misschien al iets mee doen."

Henk Ramnandanlal (PALU/MC) ondersteunde wel het standpunt van Misiekaba. "Als we talent, kapitaal of deskundigheid willen mobiliseren moeten we op de eerste plaats beginnen in Suriname." Ramnandanlal en partijgenoot Anton Paal waren een van de weinigen die zich negatief uitspraken over het idee om via wetgeving een samenwerking met topsporters tot stand te brengen. Ruth Wijdenbosch (NPS/NF) gaf aan dat een fundamentele beslissing genomen moet worden over wat Suriname wil doen met sport. "Hoeveel geld gaan we er in investeren? Gaat de overheid zich er mee bemoeien of gaan we het nog steeds overlaten aan de bonden. Ik wil ook weten hoeveel sporters uit het buitenland voor Suriname willen komen spelen tegen misschien 10.000 of 1.000 dollar dat we ze gaan kunnen betalen. Trinidad betalen hun sporters 1/2 miljoen, dat kunnen we niet betalen."

Draagvlak
Na de interrupties stipte DNA-voorzitter Jennifer Simons (NDP/MC) aan dat parlementariërs uit de oppositie en coalitie het eens zijn over dat de personen van Surinaamse afkomst een bijdrage kunnen leveren bij het opkrikken van sportbeoefening in Suriname en de internationale prestaties van nationale selecties. "Als voorzitter moet ik constateren dat het interessante verschijnsel zich voordoet dat over dit punt een andere coalitie zou zijn gevormd", grapte Simons over het brede draagvlak. "De meningen lopen dwars door coalitie, oppositie en politieke partijen heen over het punt sport." In de eerste ronde spraken al meedere DNA-leden zich positief uit over de sportkwestie, waaronder Ronnie Brunswijk (ABOP/AC), Chandrikapersad Santokhi (VHP/NF), Ronny Asabina (BEP) en Refano Wongsoredjo (KTPI/MC).

Simons richtte zich vervolgens tot de regering. "Regering, u heeft gehoord. Het hoort niet bij deze wet, maar aan beide kanten is gevraagd dat we aandacht vragen aan de ontwikkeling van onze sport. Ik ga u het volgende meegeven. We praten altijd over voetbal, maar we hebben, vanaf ik Suriname ken, geweldige prestaties geleverd internationaal op het gebied van vechtsporten. En toch lukt het ons niet om in ons eigen land dat zodanig te ondersteunen dat onze jongeren niet meer denken dat ze eerst naar Holland of Amerika moeten gaan, voordat ze bepaalde dingen kunnen bereiken, want ze beginnen hier en worden hier getraind. Dus ik denk dat naast voetbal, hebben we al succes en kunnen we misschien dat beetje succes te beginnen ondersteunen, zodat we niet elke dag hoeven te praten over sporters van Surinaamse afkomst, maar over Surinaamse sporters."

Misiekaba nuanceerde uiteindelijk zijn betoog. "Ik ga mee met de bijstelling van de fractieleider. In die zin dat er een fundamenteel ding is gedaan door het Ministerie van Sport in te stellen. Ik heb evenwel nimmer gesteld dat er geen sportbeleid is. Ik heb gezegd, we moeten het sportbeleid ontwikkelen en misschien moest ik hebben gezegd, verder ontwikkelen. Ik ga ook mee met mevrouw Wijdenbosch, dat we iets fundamenteels moeten doen met de sport. We praten een heleboel over sport, maar kijk naar de begroting die is ingediend. Waar praten we over. Er kan bij wijze van spreken niet eens vijf buurtcentra worden ontwikkeld met die begroting. Dus 'put your money where your mouth is.' We roepen onszelf en de regering op om nu die stap te zetten die we nog niet voldoende hebben gezet. Laten we samen kijken hoe we dat kunnen invullen om mooie dingen te bereiken die we allemaal willen."