Stefano Rijssel (foto: rechts, in de wedstrijd tegen Sporting Charleroi) kijkt uit naar nog meer mogelijkheden om trials te lopen in het bui...
Stefano Rijssel (foto: rechts, in de wedstrijd tegen Sporting Charleroi) kijkt uit naar nog meer mogelijkheden om trials te lopen in het buitenland. Bij het Belgische Beerschot, waar hij stage heeft gelopen, zijn de namen genoemd van Zweden en Turkije. "De leiding van de club heeft me geadviseerd hard te blijven trainen en na verloop van tijd videobeelden te sturen van mijn prestaties."
De trainer van Beerschot was onder de indruk van de kwaliteiten van de Surinaamse voetballer van Leo Victor en de nationale selectie. De spits vertrok op 28 april om twee weken stage te lopen, maar tot het doen van zaken op langer termijn is het niet gekomen. "Ik ben niet teruggekeerd als een teleurgestelde man. Ik heb veel opgestoken waar ik mijn voordeel mee kan doen in de komende periode", stelt hij.
Rijssel: "Voor mij is het belangrijk dat ik veel ervaring heb opgedaan. In elk geval heb ik de sfeer bij een profclub geproefd en heb ik met beide benen in gestaan. Twee keer per dag trainen, een toffe discipline en serieus met voetbal bezig zijn."
Half acht 's morgens werd hij bij het hotel in Antwerpen, waar hij verbleef, opgehaald door de manager van de club voor de training. Het trainingsveld was tien minuten rijden van het hotel. "Ik stond ruim tevoren voor het hotel uit te kijken naar de manager. Daar grapte ik niet mee."
Klokslag acht uur 's morgens werd gestart met de training en werd anderhalf uur getraind. Daarna ging Rijssel terug voor een maaltijd, rustte hij uit en werd er om zeven uur 's avonds weer anderhalf uur getraind. Het middageten werd rond vijf uur 's middags opgediend. "Ik was snel aan de maaltijd gewend, vooral omdat ik vaker in het buitenland zit met de Surinaamse selectie. Alles was goed, het eten, de mensen en de trainingen."
Over zijn verrichtingen heeft Rijssel een open en goed gesprek met de trainer gehad. "Hij zei dat ik talent heb, iets in me ziet, maar dat ik meer moet hebben. Spelers van mijn kaliber hebben ze bij de club. Ze willen een spits die ze panklaar kunnen gebruiken. Ze zouden me nog moeten bijschaven."
Rijssel kan zich daarin terugvinden. "Bij mezelf heb ik een paar tekortkomingen ontdekt die het verschil uitmaken. De spelers denken en handelen sneller en zijn erg beweeglijk. Dat missen wij hier nog."
Vóór vertrek werd Rijssel door Ro Kolf,technisch-directeur van Leo Victor, onder handen genomen, "omdat ik zwak ben in het koppen. Ik sluit mijn ogen als de bal op mij afkomt. In België is scherp gelet op balbezit, positiespel en koppen."
De spits heeft twee oefenwedstrijden bij de beloften gespeeld. "Bij de eerste wedstrijd kon ik me draai niet vinden. Even kwam de teleurstellende gedachte bij me op van 'san mi kon du dyaso yongu'. Later kwam ik tot de ontdekking dat ik nog moest wennen aan de spelers van het team. Op een gegeven moment gaf ik passes aan een Belgische jongen die mij helemaal niet betrok bij het spel. Ik heb toen tegen hem gezegd: 'hallo vriend, ik kan ook voetballen hoor. Je moet toch samen met me spelen?'. Daarnaast moet ik toegeven dat de kou mij parten speelde. Mijn medespelers hadden handschoenen aan, ik niet."
Rijssel zegt zich in de eerste wedstrijd strak aan de instructie van de trainer gehouden te hebben. "Dat maakte dat ik mezelf niet was en mijn eigen spel niet kon spelen. Ik evalueerde mezelf en dacht 'Hallo, mi na Stefano Rijssel, m'o mek den man syi dat na Rijssel fu Sranan dya', want ze hadden video-opnames van mij gezien waar ik een goede beurt had gemaakt. Ik dacht, 'ik speel mijn eigen spel, want dat heeft me in België doen belanden'."
De tweede oefenwedstrijd ging stukken beter. "Ik speelde als zwervende spits. Met twee sublieme schoten tegen de paal en enkele reddingen van de doelman maakte ik indruk. Ik was echt mezelf. Die trainer riep langs de lijn: 'Goed zo Stefano, goed zo!'."
Het team bestond uit vijf Brazilianen, drie jongens uit Kazachstan die duidelijk elkaar ondersteunden. De taal was volgens Rijssel geen barrière. De jongens uit Kazachstan spraken Nederlands en de Brazilianen een beetje Engels. "Tussen mij en één van de spelers uit Kazachstan, een chinees, klikte het direct. Hij gaf me veel wenken. Zo was het een eye-opener toen hij zei dat hij mijn speelwijze waardeert, maar dat het belangrijk is te wennen aan de groep. Alles komt goed, zei hij. Hij bemoedigde me en gaf me vertrouwen."
COMMENTS