Plet wacht op mogelijkheid Suriprofs in Natio

14 februari 2013, het Belgische KRC Genk speelt in de Europa League-wedstrijd tegen de Duitsers van VfB Stuttgart. Het staat lange tijd 0-1...

14 februari 2013, het Belgische KRC Genk speelt in de Europa League-wedstrijd tegen de Duitsers van VfB Stuttgart. Het staat lange tijd 0-1, in de laatste minuut wordt de gelijkmaker gescoord door een invaller. De doelpuntenmaker wordt bedolven door zijn teamgenoten, in een opleving verschijnt de Surinaamse vlag in de handen van de speler, frontaal in beeld voor heel Europa. Het is FC Twente-huurling Glynor Plet (foto) die het belangrijke doelpunt maakt.

Voetbal commentatoren tastte destijds in het duister over de betekenis van het gebaar. Plet vertelt in gesprek met NatioSuriname.com het verhaal achter de Surinaamse vlag op zijn scheenbeschermers: "Ik voel me een trotse Surinamer en ik was blij met mijn doelpunt op dat podium. Het was een schreeuw om aandacht om te tonen dat ik een trotse Surinamer ben die in de Europa League succes beleeft."

Surinaams elftal
De Amsterdammer heeft dan ook de droom om ooit de kleuren van Suriname te dragen. "Ik wacht al jaren erop dat in Nederland geboren Surinamers kunnen uitkomen voor Suriname, ik voel me Surinamer en voor het nationale team spelen en deelnemen aan het grootste toernooi wat er bestaat, is altijd een droom van me geweest", vertelt de spits die momenteel in Israël voetbalt.

De clubtopscorer van Hapoel Be'er Sheva FC is overtuigd dat er meer profs zijn met die Surinaamse droom. "Ik ken heel veel Surinaamse voetballers die op niveau spelen en nog niet voor een nationale ploeg zijn uitgekomen. Ik denk dat het een droom voor iedereen is. Om één speler te noemen waarmee ik vaak hierover gesprekken heb gevoerd is Darl Douglas. Hij is helaas al gestopt met voetballen, maar van hem weet ik dat het ook een ambitie van hem was."

De liefde voor Suriname is minstens even groot als de lokale voetballers meent Plet. "Veel jongens gaan elk jaar naar Suriname en het voelt als thuiskomen. Ook al ben je er niet geboren, je hart ligt daar. Veel jongens willen na hun carrière zelfs in Suriname wonen, ik ben daar één van."

Vooroordelen
In de discussies over de inzet van de Surinaamse profvoetballers (Suriprofs) in het Surinaams voetbalelftal moeten de voetballers vaak opboksen tegen het idee dat zij de "afdankertjes" zijn van Nederland. Volgens die mensen ben je dan onwaardig om Suriname te vertegenwoordigen. Plet vindt dit een "domme" beredenering. "Ik kijk naar het positieve ervan. Misschien is het verschil tussen het Nederlands elftal en Surinaams elftal op dit moment wel te groot, maar als de zogenaamde afdankertjes van waarde kunnen zijn voor Suriname dan moet die kans zeker gegrepen worden en wie weet zal dat het gat dichten en kunnen we op zo'n manier Suriname goed op de kaart zetten."

"En ik denk dat vele in Nederland geboren Surinamers zich meer Surinaams voelen dan Nederlands en als ze naar hun afkomst gevraagd word dat ze met trots zeggen dat ze Surinaams zijn in plaats van Nederlands. Dus ik denk niet eens dat het met een afdanking van het Nederlands elftal heeft te maken", gaat de 26-jarige aanvaller verder.

Ook de gedachtegang dat de Suriprofs hun Nederlands paspoort moeten inwisselen voor een Surinaamse, als ze zo graag voor Natio willen spelen, vindt Plet maar vreemd. "Ik zie dat als een vertraging van het proces en dat je Suriname te kort doet, omdat er veel Surinaamse spelers zijn die in Europa voetballen. Dat zou betekenen dat als ze een Surinaams paspoort willen dat ze ook in Surinaamse competitie moeten voetballen. Ik zie dat niet snel gebeuren", stelt hij verwijzend naar de woonplaatsvereiste in de wet om genaturaliseerd te kunnen worden tot Surinamer.

Vergoeding
Bij veel mensen bestaat het idee dat de professionals te veel geld zullen vragen als international. Geld, dat de Surinaamse Voetbalbond momenteel niet op zou kunnen brengen. Plet deelt die mening niet. "Ik denk dat je voor geld bij je club moet zijn en met trots voor je land moet uitkomen. Ik denk niet dat jongens voor Suriname komen voetballen met het doel om veel geld te komen verdienen, maar het is nou eenmaal een professionele baan dus ik kan begrijpen dat je niet gratis gaat voetballen. Dus wat is te veel geld? Ik denk dat er heel veel spelers zijn die best wat zouden willen inleveren om het mogelijk te maken. Elk voorstel zal een reden kunnen zijn om over na te denken."

De financiële vergoeding ziet Plet als een middel om sterk te maken dat een team met een serieuze zaak bezig is. Het idee om de vergoeding enkel te baseren op de prestatie is niet de ultieme methode. "Vergoeding op prestatie is altijd goed, maar ik denk dat er ook een basis moet zijn waardoor spelers niet vergeten dat het hun werk is. Voor de hobby en de liefde over de hele wereld wedstrijden spelen alleen op prestatie is niet voldoende denk ik. Je verliest ook weleens en er zullen tegenslagen zijn. Dan moet het niet het idee zijn dat je even een tripje hebt gemaakt met je vrienden en een wedstrijd hebt gespeeld. Het is een professionele job."

Ontwikkeling
Plet denkt dat zowel de lokale jeugd/spelers in Suriname als de profvoetballers er baat bij zouden hebben als zij voor Suriname gaan spelen. De profs en voetballers uit de Surinaamse competitie kunnen dan wederzijds hun ervaring overbrengen. "Leren doe je altijd", aldus Plet. Hij vindt het wel moeilijk om te voorspellen wat Suriname samen met de profs kan bereiken. "Ik denk dat de beginfase er is om het mogelijk te maken een mooi team te vormen en van daaruit verder te bouwen. Wat ik wel weet is dat Suriname veel talentvolle voetballers heeft."

Suriname zou dan te zijner tijd Mexico, de Verenigde Staten, Honduras, etc. het moeilijk kunnen maken. "Waarom zouden we dan niet kunnen? Dat zijn wel landen die misschien al jaren een elftal hebben gevormd. Het is voor Suriname een kwestie om een goed op elkaar ingesteld elftal te vormen. Dan komt kwaliteit altijd boven drijven en wat daaruit kan ontstaan moet dan weer blijken."

"In veel landen, als je het over Suriname hebt, weten ze niet waar het is, maar als je Surinaamse spelers opnoemt, kennen ze een heleboel. Maar je moet altijd maar uitleggen dat het boven Brazilië ligt. Altijd krijgen we de vragen: ‘Hebben jullie geen nationaal team dan?’. Het wordt tijd dat Suriname op de kaart komt!"