De Antilliaanse bondscoach Henry Caldera stuurt een duidelijke boodschap naar Suriname, Guyana en St. Lucia, de tegenstanders in groep C va...
De Antilliaanse bondscoach Henry Caldera stuurt een duidelijke boodschap naar Suriname, Guyana en St. Lucia, de tegenstanders in groep C van de Digicel Caribbean Cup 2010. “Wij zijn hier om ons te kwalificeren”, zegt hij zelfverzekerd. Uit ervaring weet hij dat zijn land altijd als de zwakste broeder wordt gezien. “Maar het zal niet makkelijk zijn tegen ons.
Wij zijn met een sterk gemotiveerde ploeg afgereisd.” De coach wil geen voorspellingen doen, maar maakt duidelijk dat zijn team (foto) er is om zich te kwalificeren voor de tweede ronde. “Het maakt niet uit als wij als eerste of tweede in de poule verder gaan.”
De groepswinnaar plaatst zich automatisch, terwijl de nummer twee ook kans maakt. De twee beste runners-up uit de groepen A, B en C gaan verder. Intussen is één van de plaatsen al ingepikt door St. Vincent en Grenadines uit poule B.
Caldera en zijn spelers zijn bekend met het spel van het gastland. “Wij beschouwen Suriname als de sterkste ploeg, omdat hij qua techniek op een hoog niveau voetbalt”, looft hij de eerste tegenstander. “Suriname oefent altijd druk uit en wil altijd het spel bepalen. Het team is snel en heeft ook het thuisvoordeel.”
Hij is daarom blij dat het gastland morgenavond negen uur de eerste tegenstander is. “Als je Suriname hebt gehad kan je veel meer rust erin brengen tegen de overige landen. Als je eerst tegen de zwakke landen speelt, kan je tegen de sterke door blessures en kaarten niet met je sterkste selectie opdraven. Ik speel liever met mijn sterkste selectie tegen de sterkste ploeg, dan met een minder sterkere ploeg tegen de sterkste.”
Calderon houdt rekening met de (weers)omstandigheden. “Wij weten dat het in tegenstelling bij ons veel regent hier. Dat is eigenlijk het verschil; bij ons is het verschrikkelijk droog. Wij zijn niet gewend om op een nat veld te spelen, maar de spelers zijn mentaal daarop voorbereid.”
De bondscoach denkt dat St. Lucia en Guyana erg fysiek zullen voetballen. “Wij weten dat veel Engelssprekende landen technisch en tactisch iets minder zijn. Zij leggen meer de nadruk op het fysieke en dat verwachten wij ook van ze. Aan de andere kant kan je ook veel bereiken als je sterk bent en kan lopen.”
Caldera is ongeveer vier weken bezig met de Antilliaanse selectie. Het is een nieuwe groep; slechts zes jongens die het vorig jaar aan de Independence Cup hadden meegedaan, zijn er weer bij.
De ploeg is relatief jong – maar twee dertigplussers – bestaat alleen uit lokale spelers, maar de voetballers zijn aan elkaar gewend. De meesten hebben bij de jeugdelftallen met elkaar gevoetbald. Caldera is overigens ook belast met de U-15, U-17 en U-20 selectie van zijn land.
Hoewel de Nederlandse Antillen sinds zondag niet meer bestaan, zitten toch drie spelers uit Bonaire bij de groep. “Wij doen mee onder de vlag van de Nederlandse Antillen, dus ze horen er ook bij.”
COMMENTS